Om de onafhankelijkheid van het advies te waarborgen kent de Advieskamer Bodembescherming het Onafhankelijkheidsbeginsel.
Dit beginsel bepaalt dat leden van de Advieskamer en de door haar ingeschakelde experts
- geen professionele verbondenheid mogen hebben met de voorliggende adviesvragen en eventueel achterliggende partijen
- geen belangen mogen hebben bij de uitkomst van het advies
- geen tegengestelde commerciële belangen mogen hebben bij de adviesvrager en eventueel achterliggende partijen.
Indien een lid van de Advieskamer niet kan voldoen aan één of meer van de criteria zal hij zich onthouden bij het uitbrengen van het advies.
Indien een expert niet kan voldoen aan één of meer van de criteria zal hij zich niet kunnen deelnemen aan het adviestraject.
Belangrijke bepaling is de mogelijkheid tot multi-afhankelijkheid. Indien er geen enkele expert is die aan de drie criteria kan voldoen, dan kan de Advieskamer twee verschillende experts inschakelen met onderling tegengestelde belangen. Hiermee wordt dan alsnog een evenwicht in de advisering aangebracht. Ook kan in voorkomende gevallen een buitenlandse expert ingeschakeld worden.
Het is aan de voorzitter van de Advieskamer Bodembescherming om – in elk adviestraject – toe te zien op de naleving van het Onafhankelijkheidsbeginsel.